Arbeids-geïnduceerde spierproblemen

Spierbevangenheid / Tying-up / Maandagziekte

De symptomen:

  • Slechte prestatie: niet meer kunnen of willen lopen.
  • Stijve en pijnlijke spieren (Stijf in 1 of beide achterbenen, soms voorbenen).
  • Donkergekleurde urine (soms tot koffiekleur).
  • Opgezwollen, harde en/of pijnlijke spieren.
  • Soms op koliek lijkende verschijnselen: pijn, zweten, onrustig zijn, liggen.
  • Een versnelde ademhaling en bij een ernstige spierbevangenheid zeer onrustig en paniekerig,  niet vooruit te krijgen; Door de pijn soms angstig en wijde neusgaten.

Niet al deze bovenstaande symptomen hoeft een paard te vertonen. De mate waarin de spier is aangetast bepaald het ziektebeeld.

spieren

Een infraroodfoto van een paard met pijnlijke spieren.

Spierbevangenheid wordt ook wel tying-up of maandagziekte genoemd. De wetenschappelijke term hiervoor is exercitionele rhabdomyolyse. Het is een probleem van het spiermetabolisme. Na rust, nat koud weer, ineens teveel arbeid of zware spierarbeid die gepaard gaat met stress kan er spierdegeneratie (spierafbraak) ontstaan. Het kan eenmalig voorkomen, maar bij sommige paarden is het een terugkomend probleem. Verandering van voer, teveel voer in combinatie met te weinig werk, hengstigheid, lange reizen, slechte weersomstandigheden kunnen bijvoorbeeld een nieuwe aanval veroorzaken. Meestal ontstaat deze tijdens inspanning of kort na de inspanning. Er bestaat een sterke individuele gevoeligheid. Jonge nerveuze paarden zijn het gevoeligst. Merries zijn gevoeliger dan hengsten. Ook een tekort aan vitamines en / of mineralen (Vitamine B1, E en Selenium) in het voer kan meewerken aan een ophoping van afvalstoffen in de spieren.

De oorzaak van spierbevangenheid is nog onbekend. Er zijn wel een aantal factoren die de spierbevangenheid beïnvloeden. Men denkt dat het een gevolg is van een tekort aan zuurstof in de spiercel. Hierdoor ontstaat een anaerobe verbranding waardoor er meer melkzuur ontstaat. Het paard raakt verzuurd. Spieren zwellen op en bloedvaten worden dichtgedrukt. Met als gevolg spierceldegeneratie (afbraak). De spierpijn die hierbij optreedt, wordt meestal veroorzaakt door een ophoping van afvalstoffen (melkzuur) in de spiercellen, wat de verzuring veroorzaakt. De aandoening kan prima aangetoond worden door een bloedmonster te nemen. Spierblessures zijn ook zeer duidelijk in beeld te brengen met thermografie.

Wat direct te doen ter voorkoming van meer spierschade.

Direct stoppen met rijden, indien mogelijk warm afdekken. Transport te voet is absoluut uit den boze. Transport per trailer dient zo kort mogelijk te zijn. Dit omdat het zoeken naar evenwicht in de trailer ook bijdraagt aan uitbreiding van de spierschade.

Aanvullend onderzoek.

  • Bloedonderzoek:
    Bloedenzymen: CPK, GOT, LDH, pH (melkzuur), ureum, haemconcentratie.
    Al deze bloedenzymen zullen na spierdegeneratie (CPK, GOT< LDH) verhoogd zijn doordat deze enzymen door celschade vrijkomen. De zuurgraad van het bloed gaat omlaag ten gevolge van verzuring (anaerobe verbranding; pH daalt), bloed dikt in (HT <<)
  • Urine onderzoek:
    Er wordt gekeken naar de aanwezigheid van myoglobine, deze spierkleurstof (eiwit) die is vrijgekomen uit de beschadigde spiercellen wordt door de nieren met de urine uitgescheiden. En is in deze grote hoeveelheden tevens schadelijk voor de nier.

Therapie:

  • Bestrijden van verdere uitbreiding van de spierbeschadiging door middel van: rust, niet vervoeren, paarden gaan soms urenlang liggen, dan het paard in borstbuikligging leggen.
  • Voorkomen van nier- en hartspierbeschadiging, bied regelmatig water aan.
  • Pijnbestrijding door middel van pijnstillers (met beleid, dit dient bij deze spieraandoening enkel op advies van of door de dierenarts gedaan te worden.)
  • Sedatie (kalmerende injectie of pasta) als door stress het paard meer spierschade dreigt op te lopen.
  • Veel vocht door middel van zelf laten drinken of toedienen via infusen en elektrolyten geven bij verzuring (natriumbicarbonaat).
  • Rantsoen: de eerste weken weinig of nog liever geen krachtvoer, enkel een beetje voor de vitamines en mineralen en in de toekomst altijd beperken op dagen van minder arbeid.
  • De verschijnselen van stijfheid verdwijnen meestal na korte of lange tijd afhankelijk van de mate van beschadiging. Men kan dan nog niet direct met het werk beginnen. De dierenarts kan aan de hand van een bloedonderzoek de mate van herstel vaststellen.

Ter voorkoming:

  • Meer vet in het rantsoen opnemen in de vorm van sojaolie of slaolie.
  • Goede warming-up en cooling-down.
  • Een paard nooit de hele dag in z’n box laten staan.

Drs. P. Ooms
Erkend paardendierenarts

Irma Wensink
Veterinair thermograaf